Toen Gary Kasparov in 1997 een match van zes partijen verloor van de schaakcomputer, ging er een schok door de schaakwereld. Het moment was daar. De strijd over het schaakbord tussen mens en computer was beslist. Nog even en geen mens kan nog tegen de rekenkracht van de schaakcomputer op.
Niet waar!
Wij, correspondentieschakers, hielden het nog heel lang vol, want tja… met een tijdslimiet van 50 dagen voor 10 zetten heb je alle tijd van de wereld om de rekenkracht van de computer te compenseren. Bovendien is het strategisch inzicht van de mens superieur, toch…?
Ongeveer drie à vier jaar geleden met de komst van AI werden wij ook de zegekar gebonden. Wanneer dát historische moment precies gepasseerd is weet niemand. Allereerst, wij speelden toch wat in de luwte van het actieve bord-schaakgebeuren. En…., omdat we in de loop van de tijd dikke vrienden van elkaar zijn geworden. De computer en de correspondentieschaker bedoel ik. Eigenlijk konden we niet zonder elkaar. En dikke vrienden verraden elkaar niet.
Ik weet nog goed dat het mij overkwam.
Het was de zomer van twee jaar geleden. Ik zocht op de webserver in de archieven van de ICCF (de Wereld Correspondentie Schaakbond) naar de uitslag van mijn eerste internationale toernooi in 1999. De ondersteuning van de thuiscomputer was in 1999 nog minimaal. In ieder geval niet te vergelijken met het de tegenstander van Gary Kasparov twee jaar eerder: het schaakprogramma Deep Thought II, ondersteund door een mega IBM-computer.
In dat toernooi was mijn remise partij tegen de Fransman Erik Benatar achteraf beslissend voor de top klasseringen. Het was een razend interessante partij, waarvan ik wist dat ik gewonnen moet hebben gestaan. De herinnering aan de maanden van bloed, zweet, tranen en verspilde moeite om een winstvariant te vinden staan nog in mijn grijze cellen gegrift.
Dus wat doe je dan, 23 jaar later? Correspondentieschakers zoeken in iedere stelling naar de beste zetten. Je vraagt Stockfish 15 (toen het sterkste open source schaakprogramma) om raad en die geeft ze. Hieronder vind je allereerst de partij met de analyse die grofweg overeenkomt met mijn analyses van toen. Zet de engine uit, die had ik toen ook niet.
Wit is aan zet
Mijn oorspronkelijk analyse 1999
En inderdaad…, om maar op de zaken vooruit te lopen. De computer heeft van mij gewonnen. Zelfs met mijn bedenktijd van twee maanden. Er zit een gat in de prachtige verdediging van zwart: een prachtige Stille Verborgen Zwart Gat.
En toch zijn er nog steeds correspondentie schaaktoernooien. Maar de toernooi tabellen bestaan uit louter remises. Ik doe er aan mee. Niet om te winnen, maar gewoon om nog kunststukjes te fabriceren. Want schaken is ook kunst.
Henk