Zondag 26 augustus, Valle dei Nuraghi en de Necropoli Sant’Andrea Priu

We gaan vandaag drie respectievelijk acht millennia terug in de tijd….

Het leuke van Italië is dat het een hoog gehalte van “openluchtmuseum” heeft. Dat woord kennen ze daar overigens niet. Dat doet me denken aan een uitspraak van een wijze vriend die als hobby aan filosofie deed: “Als alles in de wereld “rood” zou zijn, zou het woord “rood” niet bestaan (en het woord “kleur” waarschijnlijk ook niet, bedenk ik me nu).

In de ochtend rijden we naar de Valle Dei Nuraghi in Torralba. Daar staat een van de vele nuraghe’s die uit de Bronstijd is overgebleven. Maar wel een hele mooie. Let ook even goed op het mannetje boven op de toren 💪.

Ze behoren tot het belangrijkste archeologisch erfgoed van Sardinië. Het zijn schuiltorens die vaak solitair in het vlakke landschap staan. Ze bieden bescherming bij gevaar van andere stammen. In dit geval is er zelfs sprake van een kleine verzameling van nuraghes. Drieduizend jaar geleden had de architect het zo bedacht:

Op een oppervlak van honderd vierkante meter waren er vier torens. Als je dan ook bedenkt dat de muren “cyclopisch” (dubbelwandig van enorme blokken natuursteen) zijn, dan houd je weinig leefruimte over op de binnenplaats. Het is een ongelofelijke indrukwekkende ervaring als je in de muren loopt…

Alle blokken zijn droog op elkaar gestapeld…., dat moet wel cyclopenwerk zijn geweest! Heel indrukwekkend en wat voel je je dan nietig in de tijd én gewoon fysiek…

Vervolgens rijden we verder in de tijd terug naar Bonorva. In kilometers valt het wel mee (10km). Maar ondertussen zitten we wel in het Neolithicum (5000 tot 6000 jaar vC).

Daar proberen we met dezelfde entreekaartjes van 10 km terug de necropool van Sant’ Andrea Priu in te komen. Je blijft Nederlander, nietwaar? Maar helaas, pindakaas…. Voor €6,- pp kregen we een rondleiding door de in de rotsen uitgehouwen grafkamers.

De necropool is overigens in de 17de eeuw heringericht als kerk. Muurschilderingen uit die tijd herinneren daar aan.

Het meest magisch is echter een rotshouwwerk (bestaat dat woord?) dat angstaanjagend boven op de necropool staat als een bevroren bewaker van de doden.

We kijken onmiskenbaar tegen de achterkant van de kolos aan. Benieuwd naar de voorkant?

Het sterke vermoeden is dat het hier om een stier gaat. Te meer omdat er in de nabije omgeving meerdere voorbeelden zijn te vinden van een stierencultus. En het verklaart tevens waarom de kop er afgehakt is, waarschijnlijk in de 17de eeuw…. Christendom en stieren gaan niet goed samen. Hoewel een preek soms stierlijk saai kan zijn.

Tenslotte een aardig raadsel. Als ze onderling zitten te borrelen kunnen archeologen best humoristisch zijn 🙂.

“Er komt een amateur-archeoloog met een bronzen muntje bij een kunsthandelaar. Het muntje vertoont de beeltenis van een mannenhoofd, waarschijnlijk een keizer. Het heeft de opdruk “60 vChr” (maar dan in het Latijn: “60 AC”).

De kunsthandelaar stelt meteen vast dat het muntje vals is. Waarom heeft de kunsthandelaar gelijk?

2 gedachten over “Zondag 26 augustus, Valle dei Nuraghi en de Necropoli Sant’Andrea Priu

  • augustus 29, 2018 om 10:36 am
    Permalink

    Geweldig! Dit spreekt me wel aan, zoals jullie weten! ! Jullie hebben intussen zoveel reclame gemaakt voor dit prachtige stukje land op de aardbol; het gaat er de komende tijd vast drukker worden met alle Nederlandse touristen die deze blog lezen Henk! Het staat zeker op mijn verlanglijstje! !😘 geniet nog even van deze plek voor jullie weer ieder zn weg gaat! 😘😎

    Beantwoorden
    • augustus 29, 2018 om 12:40 pm
      Permalink

      Ja, we genieten deze dagen nog volop! En Sardinië is prachtig….

      Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *